Het meer van Gallilea
We zaten weer vroeg in de bus. Onze trip ging verdacht veel op een schoolreisje lijken (met een aantal kinderen die wel erg lang zijn blijven zitten).
Nieuws van de dag:
- Er is een aanslag door terroristen gedaan.
- Een poging tot een terreuraanslag gericht op Joods volk.
Het is niet alsof ze hier niet weten hoe ze dat moeten aanpakken. De terrorist is nog niet gepakt maar de daders van de terreuraanslag zullen niet meer van falafel kunnen genieten.
Onze trip begon bij 7 tempels bedoeld voor afgoden. Ik was vooral geïnteresseerd in het verhaal van de afgod Pan. Hij was de God van de paniek en had een panfluit. Voor mij klonk dit als een grappig verhaal, maar blijkbaar namen de mensen deze God 2000 jaar geleden erg serieus. De offeringen voor deze God werden in een grote grot gegooid waarbij je de bodem niet kan zien. Vroeger noemden ze dat ‘de poorten van de Hell’. Deze grot bevond zich op een hoge berg. Vanaf deze berg stroomt in het voorjaar een rivier. De rivier zorgen ervoor dat, in het voorjaar, de bruggen rondom de berg overspoelen.
Stel je voor. Je leefde 2000 jaar geleden. Je geloofde in volle overtuiging in een aantal goden en ging naar het tempelcomplex om een aantal van je vee te offeren. Met de beste bedoelingen sta je bevend voor de poort van de Hell. Het water staat aan je voeten, maar je bent echt vastberaden om je lievelings geit te offeren. Je snijd z’n nek door, doet een schietgebedje en gooit het beest de grot in. Terwijl je naar beneden loopt zie je vanuit de berg het water stromen en het water vermengen met bloed. Shit! Het is het bloed van JOU geit. Nu had je dus een probleem. Pan had je offer niet geaccepteerd en jij was de volgende die geofferd ging worden.
De stress om wel of niet geofferd te moeten worden, lijkt me sowieso een verschrikkelijk paniekerig bestaan, dus ik denk dat deze God zijn naam eer aandoet. Het meest vervelende lijkt mij nog geofferd te worden en te sterven voor Pan, om er dan vervolgens achter te komen dat Pan net zo echt is als Peter Pan. Ook kom je er achter dat je op aarde nog helemaal niet voor de poorten van de Hell stond en dat je bestaan op aarde een stuk minder gestresst door had hoeven gaan. Ik persoonlijk ben blij onze God te kennen en het leven van mijzelf en dat van mijn hamster niet in gevaar te hoeven brengen voor mijn geloof.
We hebben vandaag het hoogste puntje van Israël bezocht (Hermon). Vanaf dit punt kon je de grens tussen Israël en Syrië zien. De grens was duidelijk te zien. Alles wat groen was, was van Israël en al de grond die was verdord als een hard zandlandschap hoorde bij Syrië.
We reden langs een veld van slapende vulkanen en daarna kregen we onze koffiebreak. Ofnouja, oma koffie en ik BESTE CHEESECAKE EVER. Binnen no-time moesten we alweer door en werd ons duidelijk gezegd dat niemand z’n tas moet vergeten. De mensen hier houden wel van het spelletje: ‘Bommetje leggen niemand zeggen’. Vul zelf maar in hoe dat gespeeld wordt.
Door naar de lunch. De lunch was vandaag zeker benoemenswaardig. We reden met de bus door een veelste smalle bush bush en de mensen om mij heen begonnen wat vragen te stellen over de locatie. We kwamen aan op een bevuilde boten-opslagplaats. De groep moest onder een groot tentdoek door en daar stond het prachtige plastic tuinmeubulair al klaar. Als ik van Thailand iets geleerd heb, dan is het wel: als je op plastic stoelen zit, dan smaakt je eten het lekkerst. Zo was het ook deze keer.
Het voorgerecht bestond uit pita brood, wat voornamelijk als hulpmiddel werd gebruikt om alle sausen, salades en dips mee op te scheppen en te eten. Het hoofdgerecht was een Petrus-vis. Gelukkig was het niet Petrus die de vis had gevangen, want een stuk mensenvlees gaat me echt te ver, maar je kon proeven dat het net aan de goede kant van de boot had gehangen.
De busrit liep over in een boottocht. We voeren over het prachtige meer van Gallilea. De verhalen die zich op dit meer hebben afgespeeld zijn wonderbaarlijk. Wonderbaarlijk is ook dat mijn gezicht zonder insmeren niet belachelijk rood is geworden.
Het was een beetje een aparte boottocht. We hebben maar een uurtje op het meer gevaren, maar ik heb mensen het volkslied zien zingen, een halve polonaise gezien, een fotoshoot in Titanicstyle, tante Gees die heel enthousiast de boot in probeerde te springen, de meest waardeloze poging van de bemanning om een vis te vangen met een oud net en ik heb een prachtige selfie van Bob in mijn collectie foto’s.
Eenmaal allemaal weer veilig en wel aan de kant zag ik mijn kans! Ik kon met een joodse man op de foto! Ik vroeg iemand een foto te maken. Veel mensen geloofde het niet dat hij ‘ja’ had gezegd, vanwege mijn niet zo-verhullende outfit, maar zie hieronder het resultaat. Om eerlijk te zijn, hij zei ook niet echt ‘ja’, maar toen was het al gebeurd.
Tot zover had ik de gehele rit mijn korte broek en een topje aangehad, maar vanaf dit punt van de dag moest ik toch echt mijn lange jurk aan. Knieën en schouders bedekt, want we gingen heilige grond op. We kwamen bij een katholieke kerk, waarvan oma en ik niet zo onder de indruk van waren. De tuin was mooi en ik heb een vriend gemaakt die dezelfde jurk als ik aanhad, maar daar bleef het ook wel bij. De vriend die op onderstaande foto staat was een Orthodoxe Egyptenaar die woonde in Amerika, die maar wat graag met me op de foto wilde.
Tenslotte stopte we bij de ruïnes van wat een oude synagoge geweest moest zijn. Jakkov was heel enthousiast aan het vertellen over waaraan je kon zien dat het een synagoge geweest moest zijn. Hij haalde ter verduidelijking allemaal foto’s uit z’n shirt wat ik vooral erg grappig vond en wat bij mij allemaal vragen opriep.
-zaten die foto’s daar al de hele dag?
-prikken de hoekjes van de foto’s niet in z’n huid?
-legt hij die foto’s dan op z’n buik als een soort tafel?
-zitten er nog meer spullen onder zijn shirt?
De laatste informatie is niet meer tot mij doorgedrongen en uiteindelijk zat ik naar een aantal stenen te kijken om er een diepere betekenis uit te halen, maar dat bleken gewoon stenen. Ondertussen leek het alsof het bordje ‘verboden te zwemmen’ mij aan het uitlachen was.
Jakkov had het door, vroeg of ik moe was en concludeerde met mijn antwoord dat iedereen het gehad had voor vandaag. Goed gezien Jakkov, nu was er nog tijd om te zonnen in onze voortuin.
Reacties
Een reactie posten